Aandelenbeurzen kennen in oktober wereldwijd een bijzonder zwakke maand.
Maar de spectaculaire ineenstorting van de Chinese aandelenmarkt is vooralsnog het spannendste verhaal van 2018 op de financiële markten.
Kijk je twaalf maanden terug, dan is de de Shanghai Composite-index meer dan 20 procent gedaald.
Deze index bevindt zich in de buurt van het laagste niveau in vier jaar tijd.
(klik voor uitvergroting)
De gangbare uitleg voor de koersval van Chinese aandelen is dat beleggers steeds meer rekening houden met de gestage vertraging van de Chinese economie.
In de afgelopen decennia heeft China van een fenomenale groei genoten, maar de economische groei neemt al een tijdje af. In 2007 groeide China nog met ruim 14 procent per jaar, terwijl dit nu nog 'maar' 6,5 procent is, volgens de laatste kwartaalcijfers.
De zorgen over de groeivertraging worden versterkt door de escalerende handelsoorlog tussen de VS en China. De twee grootste economieën ter wereld hebben elkaars importen wederzijds zwaarder belast.
Veel economen verwachten dat de handelsoorlog de Chinese economie gaat schaden. Als de handelsoorlog volledig uit de hand loopt, zou dat China een procentpunt groei per jaar kunnen kosten, zo meldde persbureau Bloomberg eerder deze maand op basis van een analyse van zakenbank JPMorgan.
Miljardenberg van aandelen in onderpand
De Chinese groeivertraging en de handelsoorlog kunnen de daling van de aandelenmarkt deels verklaren, maar is er nog een derde factor die Chinese aandelen dieper rood kan doen kleuren.
Honderden vaak kleinere Chinese beursgenoteerde bedrijven hebben hun aandelen gebruikt als onderpand om leningen te verkrijgen. Maar als deze aandelen, zoals nu, fors in waarde dalen, worden de bedrijven genoodzaakt om geld bij te storten of leningen af te lossen om kredietwaardig te blijven. Hierover zijn meestal afspraken gemaakt tussen bedrijven en zakenbanken die geld aan ze hebben geleend.
Als bedrijven niet in staat zijn om contanten bij te storten, in geval van forse koersdalingen, dan kunnen de zakenbanken de aandelen die ze in onderpand hebben verkopen en de opbrengst zelf houden. Hiermee ligt echter het risico van verdere koersdalingen op de loer.
De eigenaren van Chinese bedrijven en andere grote investeerders hebben bij elkaar omgerekend ruim 500 miljard euro aan aandelen toegezegd als onderpand, volgens een bericht van Bloomberg. Dit zou ongeveer gelijk zijn aan 11 procent van de totale marktwaarde van de Chinese aandelenmarkt. Deze berekening is gebaseerd op de cijfers van een Chinese markttoezichthouder.
Eerder deze week werd bekend dat meer dan 600 beursgenoteerde bedrijven zodanige koersdalingen hebben gezien, dat ze te maken hebben met gedwongen verkopen van aandelen die in onderpand zijn gegeven. Dit heeft de Chinese krant South China Morning Post gemeld op basis van een rapport.
"Het is een vicieuze cirkel: dalingen van aandelenprijzen leiden tot verkopen, verkopen leiden tot verdere prijsdalingen", vertelde Wang Zheng, een invloedrijke belegger, tegen de South China Morning Post. "Dit mechanisme heeft de recente dalingen veroorzaakt. Vooral de aandelen van kleinere bedrijven zijn hierdoor hard geraakt."